Dwars door Brazilie.

3 april 2024 - Paramaribo, Suriname

Dwars door Brazilië

Als we begin maart uit Rio de Janeiro vertrekken, met als volgende -verre- bestemming Paramaribo, weten we totaal niet wat ons te wachten staat. Onze navigatie heeft het over 3864 kilometer, maar dat wil totaal niks zeggen. Die komende 3864 kilometer worden weinig bereisd door “overlanders”, dus ook onze app geeft weinig informatie. Ook zijn er niet veel “toeristische attracties” en de afstand is gewoon groot. En straks gaan we ook weer terug. Sinds we in Mexico zijn wordt er niet meer gerekend in kilometers als je ergens heen wilt. Hier werkt men met “uren”. Alles is afhankelijk van de toestand en de kwaliteit van de weg. Gaat die door de bergen, wel of niet geasfalteerd, zijn er veel wegomleggingen of afsluitingen; soms is een weg, als die in onderhoud is, alleen toegankelijk in “schafttijd” van de werkers. Ja, en dan wil het wel eens ff duren. Maar de belangrijkste factor is eigenlijk het weer. Is de weg nat dan is het modder. Ook asfalt met gaten duurt lang. Je slalomt dan tussen de gaten door en vaak rij je naast de weg. Dat spoor is dan beter. Op een dergelijke weg doe je niet meer dan 20 km. per uur. De gaten zijn soms zo groot als een autowiel. Zowel qua diameter als diepte. We gaan er vol voor en we zullen zien. Wat zich ook aandient. Intussen weten we ook dat er eigenlijk altijd wel een oplossing komt. En: het meeste lost zichzelf op.

De eerste paar honderd km. buiten Rio zijn druk. We nemen wel eerst de kustweg naar het noorden maar dorp en stad volgen elkaar in rap tempo op. Voor ons te rap. Tijd om af te slaan, linksaf, het binnenland in. Ergens in die week kamperen we in de tuin van Valda en haar man. Valda en haar man zijn van onze leeftijd en hebben tot aan hun pensioen in Rio de Janeiro gewoond. Nu wonen ze op het platte land, of beter, midden in het oerwoud. De weg er heen, zegt onze app, is bij droog weer goed te doen. Bij regen kun je beter een andere bestemming kiezen. Gelukkig is het droog. De gastvrijheid van ook deze mensen is onmetelijk; elk uur komt Valda iets brengen. Ze komt met kaasbroodjes (pao de queijo, een braziliaanse specialiteit), Jackfruit, sap, honing, papaya. Misschien nog wel meer.

Een tafel vol lekkersHoning opzuigen

Ze houden ook bijen. Kleine bijen die niet steken. Ze laat ons de honing proeven. Met een rietje. Rechtstreeks uit de raat. Heerlijk. Maar ook de buren laten zich zien. De een brengt sinaasappels, een andere buurvrouw brengt mango’s. Het houdt niet op. Op zondag neemt meneer ons me naar een plek die hij probeert uit te duiden maar we begrijpen het niet. Iets met een ‘duscha’. Ah! We zien hem in de zwembroek en met een handdoek dus we volgen zijn voorbeeld maar. Na een kwartiertje in zijn auto komen we aan bij een klein badje (formaat pierenbadje) met een pijp uit de rotsen. En daar komt me toch een berg water uit. Het kletst op je lijf. Een ware massage. Mooi is dat er op zo’n plek  zich ook weer allerlei “restaurants” gaan vestigen. Vaak is het een eenvoudig afdak met een paar plastic tuinstoelen en een tafeltje. Heb je dat, en een paar flessen bier dan kun je een terras uitbaten. Zo ingewikkeld hoeft het hier allemaal niet te zijn. In het weekend is het op zo’n plek altijd gezellig druk. Wij ontwijken ze dan wel een beetje maar voor de Brazilianen is het dan echt weekend. Ze zijn vrij, hebben op zaterdag om 12 uur hun salaris uitbetaald gekregen en dat is reden om los te gaan. Vaak is er op zo’n plek ook veel muziek. Zo hard mogelijk en ook nog door elkaar. Soms zie je jonge lui die een enorme stereo-installatie in de kofferbak hebben. Ze stellen zich dan naast elkaar op. Kofferdeksel open en knallen maar. Geluid en volume als bij een popconcert. Sowieso zijn de mensen hier, naar onze maatstaven, luidruchtig. Behalve de muziek, waarvan je overal en de gehele dag genieten kunt, wordt er ook op luide toon getelefoneerd. En altijd via de speaker. Door het omgevingsgeluid moet je dan ook wel lekker hard praten om verstaan te worden. Zo gaat dat hier.

Na een paar dagen wordt het landschap anders. Het wordt droger, taaier en stekeliger. Koeien maken plaats voor geiten zoals huizen plaats maken voor lemen hutten. Het leven moet er hard zijn. En heet. Het blijft dik boven de 30 graden. En wat hebben deze mensen hier weinig nodig om van te leven. Maar in zo’n omgeving verkeren we graag. Weg van de drukte. “De wereld is jullie huis” scheef een nichtje ons een paar maanden geleden in een reactie op een van onze verhalen in de Blog. We vonden dat toen, en nu nog, wel een “grote” uitspraak. Wel een mooie uitspraak hoor lieve nicht, maar we vinden ons zelf  er wel een beetje te klein voor. Wel voelt de wereld als thuis. En dat dat rijkdom is, zoveel anders dan in geld, en dat we die kans hebben, dat realiseren we ons dagelijks.

Als we weer een paar dagen flink wat kilometers afgelegd hebben zoeken we plek waar we enkele dagen willen blijven. We stuiten op Parque National da Sierra de Capivara.

Bert en de gids Wouter....NP Sierra da CapivaraRotstekeningen

Het Nationaal Park, en ik raadpleeg Wikipedia, werd in 1979 aangelegd om archeologische overblijfselen te behouden van mensen die hier tienduizenden jaren geleden hebben geleefd. We zien een hoop verzamelde stront (van de Capivara’s) verworden tot een fossiel van 30.000 jaar oud! In het beschermde gebied bevinden zich 400 archeologische vindplaatsen. De meeste bevatten panelen met grotschilderingen en gravures van grote esthetische en archeologische waarde. De archeologische spots zijn verborgen in overhangende rotsen en je kunt er prachtig wandelen. Om een en ander goed te kunnen plaatsen nemen we een gids. Die heeft er ook een geweldig mooi filmpje van gemaakt. We hebben een super dag en flink wat kilometers in de benen. Bij het park hoort ook een museum. Mooi zeg. Allebei in een soort hangmat gelegen -met een stuurstang- om met een 3d bril op ons hoofd een vlucht in een microlight te imiteren. Gaaf!

Marianne in de virtuele Microlight

En animaties, van o.a. het ontstaan van de aarde, zijn uitzonderlijk mooi. Maar, wat moet ik me toch voorstellen bij een gebeurtenis van miljarden jaren geleden….En hoe lang geleden is dat.

Na een paar weken komen we aan in Belem. We kunnen dan niet verder over land. De Amazone rivier vormt een onneembaar obstakel voor onze auto. Vanaf hier zullen we 550 kilometer op een bootje moeten, dwars door de Delta, verder naar het noorden, om daar weer aan wal te gaan om onze reis voort te zetten. We kamperen mij “Espacio Nautico”, een plek aan het water waar honderden boten, bootjes en jachten zo groot als van hier tot overmorgen zijn opgeslagen of te water worden gelaten. Met het aansluiten van de stroom, om onze accu’s weer eens bij te laden, gaat het lekker mis. Hier in Brazilië hebben ze op de ene plek 110 Volt, op de andere 220 Volt. Onze acculader kan ze beide aan maar de switch moet dan wel op de juiste spanning staan als je de stekker in het stopcontact steekt. Je vraag er altijd naar. “Aqui 110” is het antwoord als ik er naar vraag. Ik stel dus 110 V. in op mijn acculader. Als ik de stroom inschakel hoor ik 2 “knetsende” geluidjes. “Wordt er geschoten?” roept Marianne verschrikt. Ik pak mijn multimeter en meet 220 V. Kaduk dus. Hartstikke dood. Lader doorgebrand. En probeer dan maar eens aan een vervangend exemplaar te komen.

Dezelfde dag meld ik het probleem bij “het management" en de volgende ochtend om half 7 staat er al een elektricien naast de bus. Gelukkig wordt erkent dat men vertelde dat ik moest aansluiten met 110 V. De acculader wordt uit de bus gesleuteld en na 5 minuten is de diagnose gesteld: Doorgebrand. Het is dan nog voor half acht in de ochtend. Ze gaan op zoek naar een vervangend exemplaar want repareren, zegt men, is niet mogelijk. Ik ben daarover verbaasd want hier wordt alles gerepareerd. Dat is juist de kracht van dit land en van deze mensen vind ik. Maar goed, nu niet en men gaat er op uit. Inmiddels zijn er al wel zo’n 5  mensen betrokken. De elektricien, zijn maat, de terreinwachter, de assistent-manager aantekeningen makend op zijn klembord, etc. Wat je dan in Brazilië doet is ‘wachten’. Vraag niet, als je al weet aan wie je het moet vragen, hoe laat iets klaar is of wanneer je een reactie kunt verwachten. Soepel gevormde Hollandse standpunten werken hier belemmerend. Daar doet men hier niet aan en, hoewel het nog vroeg in de ochtend is, is het straks ook nog lunchtijd. Duurt 2 tot 3 uur. In de ochtend geen bericht. Tegen twaalven: “Dat een vergelijkbaar apparaat, 3-traps, omschakelbaar van110 naar 220 V. niet te koop is in de stad”. Ik benadruk dat de fout hier is gemaakt en ik echt een oplossing verwacht. Die komt. Om 4 uur een lader die alleen werkt op 110 V. Daar hebben we niks aan en ga niet akkoord. Mij wordt geld geboden maar ook dat is niet de oplossing die ik zoek. Repareren hier, dat moet toch lukken. Om half 7 komt er nog een elektricien. De twee van vanmorgen en een nieuwe. Druk overleg in de bus. Die nieuwe ziet wel mogelijkheden en begrijpt mijn wensen ook. Die neemt de kapotte lader mee en belooft de volgende dag terug te komen. Wanneer? Vraag ik voorzichtig? “Tres a la tarde”. Oké om 3 uur.

Volgende dag om 3 uur niks. 0m 4 uur beweging. Met mijn lader, maar hij doet het nog niet. Hij vertrekt weer en zegt vandaag nog terug te komen. Het wordt half acht en daarna half negen. Als hij er om half tien nog niets, is gaan we naar bed. Teleurgesteld. En niet zozeer omdat dat ding kapot is maar eerder, omdat je zo weinig van deze mensen op aan kunt. Om kwart over tien wordt er op de deur geklopt…2 minuten later hebben we weer stroom en onze eigen lader is weer in optima forma. Hij blij, wij blij. En onze les: We hadden ons oordeel weer te vroeg klaar. Mensen zoals wij willen nogal eens niet begrijpen hoe iets hier werkt. Niet onze waarden en normen zijn leidend. Ik prent het me maar weer eens in: Je bent hier te gast.

De volgende dag gaan we de stad in. Belem is een havenstad en waar je ter wereld ook bent, havensteden zijn bijna allemaal grauw, vies en je moet er op je spullen passen. Er komen allerlei mensen aan wal. Van over de hele wereld. Hier zien we veel vuilnis op straat en buurten waar eigenlijk niks heel meer is. Alles haveloos en kapot. En de mensen wonen er gewoon tussenin. Voor ons is dat, altijd weer, onbegrijpelijk en telkens stellen we ons weer de vraag: waarom maak je van je eigen leefomgeving zo’n puinzooi.

Vuilnis op straat 1Vuilnis op straat 2

“De trottoirs zijn langgeleden afgeschaft, de vuilnisdienst komt pas volgend jaar langs, veel mooie koloniale huizen die sinds Pedro 2e geen likje verf meer gekregen hebben, een wegdek vol gaten en bloedhitte” zo lees ik in een reisboek (Brazilië/Argentinië door Dolf de Vries).  Maar dit is Brazilië. We zijn op de vismarkt. Gieren strijken neer tussen de boten op zoek naar een maaltijd. Tussen het karton, plastic en de schillen van kokosnoten en sinaasappelen zwemmen kinderen. Hun plezier schalt tegen de kademuur.  Wat hebben ze een pret. Als ik omkijk passeert een politieauto. Een agent wenkt Marianne en zegt  “Ga hier maar snel weg. Het is gevaarlijk hier te lopen”. Dankjewel meneer.

Politie roept Marianne

Een blokje verder dan maar.  Gelukkig hebben we ook in deze stad geen dreiging of iets dergelijks gevoeld. We zijn alert, dragen niets bij ons wat aanleiding geeft om te denken “dat zal ik eens jatten” en op onze kleding zitten zoveel ritssluitingen en knopen dat “rollen” wel erg moeilijk wordt. Als Marianne op zoek gaat naar nieuwe slippers (en dat duurt meestal wel even), ga ik buiten op een kistje zitten. Op een plankje met wieltjes hebben kinderen de grootste pret. Eentje heeft geen benen. Een man in een zelf gebouwde rolstoel probeert zich te verplaatsen in de drukte. Elke meter een gat en om de 5 meter een ander “trottoir”: andere bestrating, nieuwe gaten en andere hoogte. En overal kisten, schragen en andere obstakels. Er lopen katten rond en honden. Sommigen gezond, anderen uitgemergeld tot op de ribbenkast. Tussen dit alles loopt een man zonnebrillen te verkopen. Of wil je een horloge? De verkopers bij de straat-stalletjes zijn druk. Vooral met hun mobiele telefoon. Een man zit midden in de drukte met een plank waarop 5 doosjes scheermesjes zijn uitgestald. Uit het niets blijkt dat hij de bedoeling heeft de mesjes te verkopen. Trouwens, niemand wekt die indruk. Mannen, vrouwen en kinderen zitten achter schragen en kistjes of gewoon op de stoep met hun waren uitgestald en wachten. Eens zal er een koper komen. Maar voor nu: loop maar door. Wij zitten hier goed.                          In een dergelijke buurt neem je geen foto's. Nog afgezien van het feit dat het niet respectvol is, kun je er ook nog problemen mee krijgen. Je kunt, als je zonder toestemming foto's maakt, een toestand veroorzaken waarmee allerlei mensen zich gaan bemoeien. Dat wil je niet. Mensen hier zijn aan het overleven. Maar wel vaak opgewekt en met een brede lach. Maar ook zijn ze “gelaten”, moeten altijd “wachten” op iets waarvan ze niet weten  of eraan gewerkt wordt. Zitten ze in de rommel en de chaos die ze zelf veroorzaken. Zou dit volk ooit in opstand komen. Het “niet pikken”. Het zou me verbazen.

Later op de middag begint het te plenzen. Straten lopen onder, het riool werkt niet en grote plassen laten het verkeer stilstaan; de chauffeur weet immers niet wat zich onder water bevindt? Of beter gezegd: juist niet bevindt. Putdeksels kunnen ontbreken en soms hele stukken bestrating. Wij duiken een koffietentje in maar als het niet droog wordt trotseren we de regen. Al springend over de gaten en uitkijkend dat we niet uitglijden over de bananenschillen laten we ons tot op de onderbroek natregenen. Het is 34 graden. De regen voelt als een warme douche.

Belem na een regenbui

Hier in Belem moeten we ook de ferry regelen die ons over de Rio Amazone verder naar het Noorden brengt. Dat verliep vlot. De ferry vertrekt elke vrijdag om 12 uur en we spreken af dat we de dag van tevoren komen en op de werf overnachten. We arriveren om 5 uur en het is er een drukte van belang. Zo’n boot wordt van onder naar boven helemaal vol geladen met van alles en nog wat. En hoewel er ook een heftruck van de partij is worden er ook veel goederen door sjouwers op het schip gebracht. Zelfs vanuit de verte zijn de spierbundels zichtbaar van de mannen die op hun eentonige weg heen en weer lopen van vrachtwagen naar veerboot. Elk hoekje wordt gebruikt. Veel kratten bier, televisies, dozen zeep, airconditioners, hondenbrokken, ventilatoren, veel, veel ijzerwerk, wasmachines. Maar ook zakken graan, bloem, cement en bouwmaterialen. Te veel om op te noemen.

Sjouwers 1Sjouwers 2Vracht vooral bier.Sjouwers 3

Om 12 uur wordt de klep opgetakeld, klinkt er een oorverdovende scheepshoorn en komen we los. Op het schip ongeveer 6 personenauto’s, een paar vrachtwagens en wij. We staan op een mooie plek. In de buitenste rij met de deur aan de goeie kant.

Op de ferryOp de ferry

De passagiers op de dekken hebben hun hangmatten opgehangen. Wat een mooi gezicht. Ze zullen zich de komende 27 uur daarin nestelen. Wij kunnen gebruik maken van onze bus. Erin slapen en koken. Maar wij hangen onze hangmat ook tussen de andere.

Hangmat

We willen ook meemaken hoe dat is. De herrie op de dekken is oorverdovend. Je ligt zowat in de machine kamer en de isolatie had wel wat beter gemogen misschien. Op zo’n schip is -natuurlijk- ook handel. Horloges, telefoonhoesjes, eten en drinken, oordoppen. Die handelaar zal wel los zijn. We hebben veel regen. Da’s wel jammer. Het landschap trekt voorbij. De Amazone Delta is een groot watergebied. Allemaal verbindingen van de ene rivier naar de andere. En dat midden in het oerwoud. En de Amazone zelf? Niet te geloven. Zo groot, zo breed. Je kunt, als we de rivier haaks oversteken, de oevers niet zien. Het lijkt wel of we op zee zitten. Onderweg leggen we nog een paar keer aan om mensen of lading te laden of te lossen. Ook meert af en toe een klein bootje aan, aan de ferry om mensen af te leveren.

Kleine bootjes meren aan

De volgende dag om een uur of 4 in de middag komen we aan in de haven van Macapa. Vreemd, we meren af langs de lange zijde van het schip. Dan kunnen we er niet af. Wat blijkt, het is laag tij en hier kunnen via de loopplank alleen de passagiers het schip verlaten. We moeten nog even wachten. Als na een half uur de ferry weer vertrekt en opnieuw aanmeert kunnen we er ook nog niet af. Deze stoep is alleen geschikt voor personenauto’s. Ik ga maar eens informeren. Blijkt dat wij vanavond om 8 uur aan wal kunnen. Dan is het tij juist en kunnen de 2 losse planken waarover we de ferry moeten verlaten de juiste positie innemen. Als het zover is, is er nogal wat manoeuvreer werk nodig om recht voor de planken te komen. Maar gelukkig hebben we hulp van wel 10 mensen die van alles roepen: naar links, stop, rijden, ho, rechts, achteruit. Ik geef aan dat ik graag hulp heb maar het liefst van 1 aanwijzer. Dan neemt een bemanningslid de regie over en weet me vakkundig, veilig en zonder schade over de waggelende loopplanken naar de wal te loodsen.

Als we de volgende dag weer gaan rijden komen we in een andere wereld. De drukte van de steden en de grote wegen is weg. We passeren de evenaar weer. Nu in Noordelijke richting.

Beeld op de evenaar

De dorpen zijn klein en eenvoudig. Het landschap is vlak. Veel houten huizen en vooral veel huizen op palen. Tsja, het is nat hier. We zien een flink bord bij de afslag naar een dorp: “Praia de Goiabal”. Het strand. We zitten immers in het uiterste Noord Oosten van Brazilië. Weer vlak bij de zee. We zoeken de weg op in onze app. Het lijkt dat er daar wel wat bedrijvigheid is. Als we na 20 kilometer zandweg  aankomen treffen we een volkomen verlaten strand aan. Ooit is hier wat “horeca” geweest. Nu slechts hier en daar een vervallen huis van een visser familie. Kilometers links niks en kilometers rechts niks. Toch niet, we zien ook buffels op het strand en 2 varkens. En wij.

Varkens op het strandVerlaten strandAlleen op het strand

We rijden weer verder. De evenaar intussen voor de 2e keer gepasseerd (nu in Noordelijke richting) en bereiken na een paar dagen de grens met Frans Guyana. Een enorme brug over een reuze rivier brengt ons naar de andere kant.

Brug

En wat schetst onze verbazing? We zijn in Frankrijk. In Europa. Dachten wij dat Frans Guyana alleen historische banden met Frankrijk had, nee, Frans Guyana is een Departement van Frankrijk. We kopen een autoverzekering, gaan naar de flappentap en pinnen Euro’s. Straatnaamborden en wegwijzers zijn identiek aan die in Frankrijk. Je kunt naar de Carrefour en Hyper-U. Ook zien we hier weer brievenbussen.

Brievenbussen

En Frans kallen. Gelukkig kunnen we dat een beetje. Frans Guyana is ook weer ongelooflijk mooi. 90% van het land bestaat uit regenwoud en is niet of nauwelijks toegankelijk. Waar ter wereld is zo veel ruimte. Ook hier stoppen we omdat de natuur ons verbiedt verder te rijden. We leggen aan in een klein dorp en zien opeens allemaal mensen met een Aziatisch uiterlijk. Wat blijkt, in de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn hier veel bootvluchtelingen terechtgekomen uit Laos en Cambodja. 80 % van de inwoners van dit dorp komen daar vandaan. We blijven er een paar dagen, maken een paar mooie wandelingen en kamperen aan de rivier. De "woudreuzen" in het oerwoud zijn enorm. Bomen zo groot. 50 meter hoog, stamdiameter meer dan een meter. Zulke bomen passen niet op 1 vrachtwagen.

Woudreus1Woudreus 2Woudreus 8Woudreus 3Woudreus 4Woudreus 6×

Veel vogels. Maar we zien ze niet: Ze waarschuwen elkaar als we eraan komen. Als je zo enkele dagen op dezelfde plek blijft komen mensen een praatje maken. Daar leren we veel van. “Maar”, schrijft de eerder aangehaalde Dolf de Vries, “reizen is vertrekken op het moment dat je je er thuis voelt”.

De volgende dag komen we aan in de hoofdstad Cayenne. We horen dat de Franse President Emanuel Macron de volgende dag op bezoek komt. Hoe laat wat en waar weet niemand. Als we al om even over achten in de stad arriveren is hij al weer vertrokken. We zien alleen veel politie, het leger en dranghekken. Zijn programma begon om 06.00 uur in de ochtend. Even ten westen van Cayenne, bij de stad Kourou, ligt een groot Space Center.

Centre spatial

Het is een Europees project en ook Nederland draagt er aan bij. De Ariane 5 bijvoorbeeld werd hier gelanceerd. Zo’n raket brengt satellieten in een baan om de aarde. Die geven informatie door aan weerstations, verzorgen onze telecommunicatie en zorgen ervoor dat jij en ik onze navigatie apparatuur in de auto kunnen gebruiken. Ongetwijfeld zullen ze nog veel meer doen. We maken een interessante bus tour over het 700 km2 grote terrein. Jeetjemiena. Wat komt er allemaal niet bij kijken om een raket te lanceren. En wat is alles groot en hoe is het mogelijk dat je zo’n gevaarte de lucht in krijgt, op het juiste moment vanachter een computer vanaf de aarde -vanuit de Boardroom-

Boardroom Spacecenter

een deurtje kunt openen om een satelliet te laten “uitstappen”. We zagen dat, als alles klaar was om een raket te lanceren, niet de raket naar de lanceerbasis werd gebracht, maar het gebouw eromheen werd “weggereden”.

Bij Kourou liggen ook de “Duivelseilanden”: Iles du Salut.

Duivels eilandIles Saint JosephKerkhof Iles du SalutIle Royale

We plannen een afspraak en een prachtige tocht van anderhalf uur op een catamaran brengt ons erheen.

CatamaranOp de catamaran

De eilandengroep bestaat uit 3 eilanden. Niet groot. In ongeveer anderhalf uur loop je er omheen. De natuur is prachtig en ongerept. Het water kleurt groen en de palmen wuiven ons overal tegemoet. Op het eiland waarop vroeger (eind 1800) de Fransen haar gevangenen vasthield is gesloten. Van een afstandje zien we de gebouwen. Het verblijf daar moet vreselijk zijn geweest. Op Wikipedia lees ik dat in deze strafkolonie politieke gevangenen werden vastgezet. In totaal meer dan 300, waarvan er 75 zijn overleden. Later werd het eiland alleen gebruikt voor de gevangenen die als “Staatsgevaarlijk” waren aangeduid zoals terroristen en spionnen. Ontsnappen was niet mogelijk vanwege de sterke stromingen in de zee. Mensen en voedsel werd aangevoerd per kabelbaan. De bekendste gevangene was de (ten onrechte) voor spionage veroordeelde Franse kapitein Alfred Dreyfus, die er van 1895 tot 1899 onder een bijzonder streng regime verbleef. De film “Papillon” ken je misschien. Die gaat over dat eiland, maar is er niet opgenomen lezen we later. Afijn!

Deze week is Marianne ook in contact gekomen met een Belgisch koppel dat ook hier in deze omgeving reist. Om informatie uit te wisselen spreken we af. We hebben een paar leuke dagen met Frederik en Josephine. Ze komen juist  van een plek waar reuze-schildpadden zitten. Die komen nu aan land om eieren te leggen. Wij er ook heen. Een hele mooie plek aan het strand. Palmbomen en kokosnoten.

Strand tafereel

We lezen op informatieborden dat de schildpadden, als ze komen, tussen 18.00 uur en 08.00 uur aan land komen. Ligt aan het tij en kan ook 4 uur eerder of 4 uur later zijn. Oh ja!  Als we om 9 uur naar bed gaan is er nog niks. We zetten de wekker op 01.00 uur. We lopen naar buiten en voelen de koelte van de nacht en de muggen. We worden besprongen maar ook beloond. Na een paar honderd meter zien we een spoor. Het lijkt wel of er vanuit de zee een tractor het strand is opgereden.

Schildpad spoor

We volgen het spoor. Overdag hadden we op de plek al veel kuilen in het zand gezien. En ja hoor. Daar zat mevrouw. Het schild had wel een doorsnee van een meter. Omdat we haar niet te veel wilde storen liepen we verder. We hoorden een geluid dat leek alsof je met een schep op het zand slaat. Een klappend geluid. En, er was weer een spoor. Een grote schildpad, nu wel anderhalve meter, was een kuil aan het graven. Hij gooide met zijn voeten/flappen het zand wel 2 meter omhoog. En zo’n kuil is groot. Moet je ze weer vullen dan zijn er minstens 8 kruiwagens zand voor nodig. Een eindje verder zagen we er nog een paar en veel sporen. Ook leerden we zien of het spoor de zee uit kwam of er in ging. Op de terugweg kwamen we er ook nog een paar tegen die juist uit het water kwamen. Net niet over gestruikeld.

Op 2e paasdag nog 150 kilometer naar Paramaribo. We staan nu aan de grens. We hebben een Tourist Card nodig en de Ambassade is vandaag gesloten. Wachten we nog een dagje.  Dan weer een pontje over.

Veerboot

Als we de volgende dag, 2 april Suriname binnen rijden zijn we weer verrast. We kunnen Nederlands spreken, horen overal Nederlands, de verkeersborden kennen we, de reclameborden, Nederlandse straatnaamborden…..

Suriname 1Suriname 2Suriname 3

Wat gaat ons dit allemaal brengen.

Paramaribo, 3 april 2024.

Bert, en natuurlijk ook de groeten van Marianne.

Zwaai

Foto’s

18 Reacties

  1. Peter:
    3 april 2024
    Goed weer te horen, kanjers!
  2. Gé:
    3 april 2024
    Mooi te lezen over de wijze waarop jullie samen reizen.
    “Lobi da basi”
  3. Adri:
    3 april 2024
    Prachtig om te lezen weer ,hoe jullie genieten ,en zo ver van huis en toch gewoon Nederlands kunnen praten .Groetjes uit Druten .
  4. Hoekie:
    3 april 2024
    Mooie avonturen weer en ook zo leuk beschreven. Fijne tijd in Suriname!
  5. Harry en Mirjam:
    4 april 2024
    We kunnen weerspelden gaan prikken. Soms is dat een hele klus, omdat er niet veel plaatsen op de kaart staan. Maar met het gebruik van internet komen we een heel eind.
    Ja, dat je in Frans Guyana komt en dan lekker stokbrood met croissants kunnen eten, lijkt mij een zeet afwisselende ervaring.
    Ik lees altijd de Libelle en daar staat altijd een verhaal in van Tessa. Zij is Surinaams, maar heeft zoals zovele Surinamers in Nederland gestudeerd. Leuke verhalen.
    Jongens geniet verder en ik kijk alweer uit naar eind april.
  6. Chris en Jennie van Beem Nunspeet:
    4 april 2024
    Weer een mooi verhaal en ik was weer 3 kwartier bij jullie.
  7. Jan:
    4 april 2024
    Als ik in de de omstandigheden zou verkeren dat ik alles zelf kon bepalen zou ik me met een tentje bij jullie melden en een paar weken meegaan.
  8. Bert en Marianne:
    4 april 2024
    Zeg maar waar we je kunnen oppikken Jan!
  9. Hannie en Thijs:
    4 april 2024
    Prachtig, prachtig, wat een reis door het leven! We genieten met volle teugen en volgen jullie op de voet vervuld met trots, verwondering en liefde!
  10. Anneke:
    4 april 2024
    Mooi om te lezen en je voelt de sfeer van het land, de mensen. Hg
  11. Arie Zeeuw:
    5 april 2024
    Hoi, hier een reactie uit Apeldoorn, Apeldoorn? Ja een neef van Marianne zogezegd.
    Jullie kunnen mooi schrijven . Het is een kleine wereld, figuurlijk natuurlijk, want mijn vrouw Luiza is op het ogenblik (sinds 30 januari) bij haar moeder in Sao Paulo. Die is 92 !! Volgens mij waren jullie aardig in de buurt ! Ik heb 5 jaar gewoond in Sao Vicente ( bij Santos /SP) dus veel herkenbaar in jullie verhaal. Het is een inmens groot land en bv het zuiden zoals RioGrande en Santa Catarina zijn weer totaal anders dan het noorden.
    Goede reis verder toegewenst met vriendelijke groet, Arie.
  12. Bert en Marianne:
    5 april 2024
    Marianne antwoordt: leuk van je te horen Arie! Ja Brazilië is geweldig en geweldig groot. Na Brits Guyana gaan we weer een ander deel van het land zien, de Amazone. Groeten aan Luiza, ze zal naast de zorg Aan moeder, zeker genieten van haar land 😘🙋‍♀️
  13. Anton en Angelique:
    5 april 2024
    Wat was het weer heerlijk om te lezen.....genoten van de verhalen en foto's. Fijne tijd in Suriname!!!! Groetjes Anton en Angelique
  14. Martin Bijleveld en Anette Martens:
    5 april 2024
    We volgen jullie op de voet. Niet alleen jullie interessante blog, maar ook op de weg. We zijn gisteren in Buenos Aires aangekomen en hopen onze vrachtwagen over een dag of tien in Montevideo van de boot te halen. We rijden, deo volente, achter jullie aan naar Suriname!
  15. Girke.:
    5 april 2024
    Wat een enorm en interessant verhaal weer,met ook véél informatie! Ik geniet daar zo van! En als Jan met z,n tentje komt ,ga ik met ,m mee zeker weten! Wow !! Geniet weer volop van Suriname,en van elkaar! 🌷🪷😘😘
  16. Bert en Marianne:
    5 april 2024
    Marianne schrijft: Tof! Een last minute is zo geboekt 😘
  17. Roel:
    7 april 2024
    Geen paard in de buurt, dan maar met de bus boomslepen. Eens een boomsleper, altijd een boomsleper 😀👍🏼. Weer genoten van jullie verhaal. Ik heb ook vele reisboeken gelezen van Dolf de Vries. Ik denk dat jullie ook wel een paar mooie boeken kunnen schrijven (hint!😉😉.) Veel plezier in Suriname. Gr. Roel
  18. Girke.:
    7 april 2024
    😘🦋💐 De verleiding is best groot Marianne🙏

Jouw reactie